Menu Sluiten Sluiten

Instructies

Met de online Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE) van Stigas breng je de veiligheids- en gezondheidsrisico’s op jullie bedrijf in kaart en geef je in het plan van aanpak onder de button “Aanpak risico’s” aan wat jullie gaan doen om deze te beheersen. Een goed opgestelde RIE vermindert de kans op ongevallen, gezondheidsklachten en ziekteverzuim.

Werken in jullie bedrijf mensen onder jouw gezag? Dan ben je wettelijk verplicht een RIE te hebben. De RIE van Stigas is laagdrempelig, nodigt uit om in actie te komen en activeert jou èn jouw medewerkers. Want veilig en gezond werken is een kwestie van gedrag. In deze toelichting geven wij een uitleg over hoe je met de digitale RIE van Stigas aan de slag kunt gaan.

Tip: Bekijk hier een korte online instructiefilm


Hoe werkt het?

a. De inventarisatie

Door de vragen in het systeem te beantwoorden, inventariseer je welke risico’s in jebedrijf aanwezig zijn en of er voldoende preventieve maatregelen zijn genomen. Indien wenselijk kun je in het opmerkingenveld bij elke vraag een toelichting op het antwoord geven. De inventarisatie is opgebouwd uit modules. Voorafgaand aan de inventarisatie kun je modules die niet voor jouw bedrijf van toepassing zijn, uitschakelen. Weet je niet zeker of iets een risico is? Laat dan voor dat onderwerp een verdiepend onderzoek uitvoeren. Wij adviseren je deze aanvullende inventarisatie verplichting op te nemen als apart actiepunt in je plan van aanpak. Mis je risico’s? Dan heb je de mogelijkheid extra risico’s toe te voegen. De geïnventariseerde risico’s met de daarbij behorende risicoklasse en voorgestelde adviezen komen automatisch in het plan van aanpak.

b. Plan van aanpak

In het plan van aanpak geef je aan welke acties je neemt om de geïnventariseerde risico’s aan te pakken, binnen welk termijn deze worden uitgevoerd en wie binnen jouw organisatie hiervoor verantwoordelijk is. Het is ook mogelijk eigen actiepunten toe te voegen. Bij het nemen van acties is het verplicht de arbeidshygiënische strategie, zover dit redelijkerwijs mogelijk is, te volgen. Dit betekent dat je een arbeidsrisico eerst bij de bron aanpakt, dan nadenkt over het verlagen van de overdracht van het risico en daarna pas medewerkers gaat beschermen met persoonlijke beschermingsmiddelen. Standaard is aan elk geïnventariseerd risico een risicoklasse gekoppeld. In overleg met je medewerkers of toetser van de RIE kun je als dit wenselijk is, gemotiveerd van deze risicoklasse afwijken. De hoogste risico’s moeten als eerste worden opgelost. Ook kunnen relevante documenten in het plan van aanpak worden toegevoegd. Bijvoorbeeld keuringsrapporten en instructievoorschriften. Vervolgens kun je actief aan de slag met de verbetering van de arbeidsomstandigheden in jouw bedrijf.

Ben je nog niet toegekomen aan het oplossen van een actiepunt, dan krijg je voor de einddatum een herinnering per e-mail. Wanneer een openstaande actie is uitgevoerd kan deze worden afgemeld als gereed. Wil je een actie evalueren? Neem dan ook die als actiepunt op.

c. Eindrapport

Wanneer alle onderdelen in de RIE zijn ingevuld kun je op basis van thema of prioriteit een eindrapport opmaken. In het systeem kunnen meerdere afdelingen of vestigingen worden gedefinieerd. Hiermee kan elke afzonderlijke afdeling of vestiging een eigen RIE opstellen.  


Wanneer is de RIE compleet?

De RIE is compleet wanneer het plan van aanpak volledig is ingevuld en nadere inventarisatie verplichtingen zijn uitgevoerd. 

De arbocatalogus

Voor veel risico’s die in deze risico-inventarisatie voorkomen, staan oplossingen in de arbocatalogus. 

De arbocatalogus is:

  • een praktisch hulpmiddel bij het realiseren van een gezonde en veilige bedrijfsvoering
  • geschreven door en voor mensen die werken in de agrarische en groene sectoren
  • een verzameling oplossingen, aanbevelingen en afspraken
  • actueel omdat werkgevers en werknemers de arbocatalogus regelmatig aanpassen en aanvullen.

Zorg ervoor dat je medewerkers de afspraken in de arbocatalogus weten te vinden.

De RIE, door wie?

Het opstellen van de RIE, het plan van aanpak en zo nodig een functie RIE is een taak van de preventiemedewerker. In kleine bedrijven, minder dan 25 medewerkers - hierbij tellen ook uitzendkrachten en stagiaires mee -, is vaak de preventiemedewerker de werkgever zelf. Bij meer dan 25 medewerkers moet je als bedrijf ten minste één medewerker aanwijzen die de taken van de  preventiemedewerker verzorgt. Het is wettelijk verplicht een preventiemedewerker in dienst te hebben.

Het betrekken van medewerkers bij de RIE

De RIE is niet alleen de verantwoordelijkheid van de werkgever en preventiemedewerker, maar van de gehele organisatie. Een RIE kan alleen deel uitmaken van de dagelijkse bedrijfsvoering als je medewerkers erbij betrokken zijn. Medewerkers zijn een belangrijke bron van informatie over veiligheid en gezondheid op het werk en hebben vaak goede en praktische ideeën om risico’s op te lossen. Daarnaast werk je door je medewerkers te betrekken bij de RIE aan hun bewustwording van risico’s en eigen verantwoordelijkheid daarin. Vul de RIE met meerdere medewerkers in. Heb je vijftien medewerkers of meer in dienst dan, krijg je in de RIE toegang tot een ‘werknemersvragenlijst’. Door het uitzetten van de werknemersvragenlijst onder je medewerkers maak je ook een start met die betrokkenheid. Geef na het invullen van de RIE alle medewerkers inzage in de RIE en betrek ze zo ook bij de uitvoering van het plan van aanpak. Het inzagerecht kan worden vormgegeven door het digitaal aanbieden van de RIE aan de werknemers óf door de werknemers een kopie te geven van de RIE.

Ben ik verplicht de RIE te laten toetsen?

Indien de RIE erkend is (dit geldt voor bijna alle sectoren in agrarisch en groen), hoeven bedrijven met minder dan 25 werknemers de RIE niet meer te laten toetsen. Bedrijven met meer dan 25 medewerkers zijn verplicht hun RIE te laten toetsen. Ook als het voor jou niet verplicht is, is het aan te bevelen je RIE door een preventieadviseur van Stigas te laten toetsen. De adviseur ziet dingen waar je mogelijk niet gelijk aan denkt en/of kent andere oplossingen die beter of efficiënter kunnen zijn. Je kunt de preventieadviseur van Stigas voor een gunstig tarief inschakelen.

Actualiseren

Een RIE maken is niet iets wat je één keer doet. Een bedrijf is een dynamisch, continu veranderde organisatie, terwijl een RIE een momentopname is. Door wijzigingen in het bedrijf zoals, ver- of nieuwbouw, nieuwe of andere machines of andere werkwijzen kunnen de RIE en het plan van aanpak op een gegeven moment niet meer actueel zijn. Andere ontwikkelingen (nieuwe wetgeving, belangrijke veranderingen binnen de organisatie, stand van de wetenschap en dienstverlening) kunnen ook aanleiding zijn om de RIE bij stellen. Actualiseer daarom de RIE elke 3 jaar en laat deze weer toetsen door Stigas. Voor een VCA gecertificeerd bedrijf en een zorgboerderij is een goedgekeurde RIE drie jaar geldig.

Bevoegdheden Ondernemingsraad (OR) of personeelsvertegenwoordiging (PVT)

De Ondernemingsraad (OR) of de Personeelsvertegenwoordiging (PVT) van een bedrijf heeft als vertegenwoordiger van de medewerkers op het gebied van arbeidsomstandigheden instemmingsrecht. Dit staat in de Wet op de Ondernemingsraden (WOR). De OR / PVT moet onder andere de RIE inclusief de organisatie daarvan en het plan van aanpak goedkeuren. Bij het ontbreken van een OR of PVT voer je dit overleg met belanghebbende medewerkers.

 

Vragen?

Wij hopen dat met deze informatie alles duidelijk is. Maar we kunnen het ons voorstellen dat je toch nog vragen heeft. Aarzel dan niet en neem gerust contact op met de Servicedesk van Stigas:

Telefoon: 085 044 07 00 (kies voor optie 1)

E-mail: info@stigas.nl

Toegang tot de RI&E

De RI&E is alleen toegankelijk voor gebruikers met een account.

Direct inloggen